
Spreekwoorden: (1914)
Mank gaan,d.w.z. gebrekkig, kreupel gaan, hinken, dus niet goed gaan; ook in overdrachtelijken zin gebrekkig zijn, evenals het lat. claudicare; fr. clocher; hd. hinken; eng. to halt, in de uitdr. die vergelijking, dat bewijs gaat mank, is gebrekkig, niet juist. Vgl. Hooft, Ned. Hist. 938: O hinkende...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Mank gaan,d.w.z. gebrekkig, kreupel gaan, hinken, dus niet goed gaan; ook in overdrachtelijken zin gebrekkig zijn, evenals het lat. claudicare; fr. clocher; hd. hinken; eng. to halt, in de uitdr. die vergelijking, dat bewijs gaat mank, is gebrekkig, niet juist. Vgl. Hooft, Ned. Hist. 938: O hinkende...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) gebrek hebben aan.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10859
woord uit 1812, uitleg bij teksten van E.J. Potgieter (1808 - 1875) gebrek hebben aan.
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10859
Geen exacte overeenkomst gevonden.